Tijdloze schoonheid op ark aan de Rijn



Van de drukte van Onderlangs belanden we door een houten poort in de groene tuin van Martine (45), Cees (51) en hun dochters Kiki (11) en Lola (7). 
Een tuin die in alle opzichten 
anders is dan de meeste. Een lange loopplank, die de tuin splitst, verbindt de prachtige houten woonark aan het einde met de vaste wal. Een woonark die optisch bestaat uit twee schoenendozen op elkaar die ten opzichte van elkaar iets zijn verschoven.




Water heeft Cees altijd getrokken. “Als er ergens een bootje lag, zat ik er al op.” Na een bezoek op een woonboot aan de Vecht weet hij zeker: ‘dit is wat ik wil’. Twee jaar lang stopt Cees briefjes in de bus bij woonbootbewoners en op een dag is het raak. De eigenaar van een honderd jaar oude tjalk heeft zijn boot te koop. “Op dinsdag ging ik kijken en op donderdag tekende ik het koopcontract”, vertelt Cees.

De oude tjalk ademt nostalgie, maar heeft ook zijn gebreken. Als het heel hard regent sijpelt het water naar binnen. Twee pompen draaien continue om de boel droog te houden. “En dat is niet leuk met een baby”, weet Martine. Oudste dochter Kiki wordt geboren op de tjalk, maar al snel besluit het stel een nieuwe boot te bouwen.
Omdat ze er samen niet uitkomen - “die wil dit en die wil dat” - houden ze een workshop met vrienden. Een architect, vormgevers maar ook een edelsmid (“vaak erg goed in details”, zegt Martine)  buigen zich over het wensenlijstje van Martine en Cees. De groep gaat op excursie langs woonarken in Arnhem en elke deelnemer presenteert zijn of haar idee. In twee groepen werken ze vervolgens samen ideeën uit in een maquette. Een bevriende architecte vertaalt het tenslotte naar een totaalpakket.

De woonark die er nu ligt is in een jaar gebouwd. Van Cees mogen we niet spreken van een woonboot. “Het is geen boot, want hij heeft nooit gevaren.” Op de scheepswerf van Helldörfer laten ze het stalen casco bouwen. De afwerking gebeurt op de huidige plek. De woonark ligt vast aan twee stutpalen. “Zelfs met extreem laagwater liggen we nog recht, want het is hier best diep”, vertelt Cees. De ark is in omvang 7,5 bij 20 meter. Aan de buitenkant is hij bekleed met western red cedar hout. “Dit is erg zacht en licht hout maar ook heel duurzaam”, verduidelijkt Cees de keuze voor deze soort.







Bezoekers komen de ark binnen in de keuken. Immense ramen bieden zicht op de oude steenfabriek van Arnhem en de enorme luchten boven Meinerswijk. De bovenverdieping van de boot van Martine en Cees herbergt de keuken en de woonkamer.







Strakke lijnen en eenvoud is wat opvalt. “Ons interieur blijft jarenlang hetzelfde. Ik streef bij het inrichten naar tijdloze schoonheid”, verwoordt Martine de stijl in haar huis. Bij het inrichten is zij sturend. “Ik doe het voorwerk, Cees is vaak de uitvoerder.”




Zo bouwt hij van hout wat over is bij de bouw van de ark een prachtige boomhut voor zijn dochters. Via een glijbaan roetsjen zij zo de tuin in.


Oudste dochter Kiki heeft in haar kamer een boeren bedstee, naar een ontwerp van haar moeder en gebouwd door haar vader.



Martine ziet overal dingen die haar inspireren. “Dat kan een schilderij zijn, maar ook natuurschoon of lichtinval. Ik streef een bepaalde rust na in mijn huis. Zo schilderde ik ooit een muur in de keuken cognackleurig. Het was een prachtige kleur maar de muur was te dominant aanwezig en verdween weer snel.”


Op de balustrade van de trap naar het benedendek staat een kandelaar van Tom Dixon. Een industrieel ontwerp gebaseerd op de bruggenbouw in de Victoriaanse tijd. De armen kunnen in verschillende posities gedraaid worden. De kandelaar springt eruit op deze plek in huis.


Benedendeks bevinden zich drie slaapkamers, een badkamer en een grote open werkkamer. Aan alle kanten stroomt het licht naar binnen.
  





Martine werkt hier met uitzicht op Cornelia, een oude bakdeksleper  waarmee het gezin de Rijn optrekt. “Cees heet eigenlijk Cornelis, maar een boot is vrouwelijk dus we gaan altijd varen met Corrie”, zegt Martine.


“We leven hier met de natuur en de bedrijvigheid op en langs de rivier”, zegt Cees die nu al 21 jaar op deze plek woont. Martine heeft geen idee hoe het leven op een boot is als ze Cees ontmoet. “Maar met mijn ouders woonde ik in een huis wat aanlag tegen een stuk onbebouwd gebied en in de vakanties stonden we altijd met onze neus aan het water, dus het gevoel kende ik wel een beetje.”





Martine vindt het grote voordeel van deze plek de nabijheid van de stad, het bos en de school. “Je bent overal zo.” Nadeel vindt ze dat de grenzen in de winter om haar heen heel hard zijn. De grenzen van de rivier, maar ook de grens van het land. “We zitten dan letterlijk en figuurlijk op een eiland.” En je gaat er niet snel op uit. “We missen veel van wat er in de stad gebeurt. Omdat het hier zo oké is, blijf je makkelijk op je gat zitten.”


De woonbootbewoners aan Onderlangs vormen een hechte gemeenschap. “We kennen iedereen. Af en toe is er een ‘Onderlangsfeestje’ en we hebben een jeu de boules-baan”, zegt Cees. “We moeten het hier met elkaar zien te rooien. Er zijn geen regels zoals op de wal. Er ontstaan afspraken en daar houd je je aan. Zo maai ik bijvoorbeeld de tuin van de buren als ik aan het maaien ben. En we helpen elkaar als we naar de werf moeten.”



Over de Rijn zien we een sleepboot naderen met in zijn kielzog een drijvend huis. Waar de één terugkomt van de werf is een buurman bezig zijn woning klaar te maken om te vertrekken. Ook Cees en Martine moeten binnen nu en een jaar even hun fijne stekkie verlaten voor groot onderhoud aan de ark. Het hoort eens in de zoveel jaar bij het leven op en aan de rivier.

Wat een inspirerend bezoek op deze prachtige boot aan de Rijn. Op een mooie zondagmorgen worden we hartelijk ontvangen en nemen Cees en Martine uitgebreid de tijd ons rond te leiden door hun woonark. We zijn niet alleen onder de indruk van de ark zelf, ook het uitzicht is adembenemend. Deze mensen hebben een prachtig verhaal over hoe ze hier terecht zijn gekomen en wisten een boot te bouwen die recht doet aan de mensen die er wonen. Warm, verrassend en van een tijdloze schoonheid. Op deze plek ervaar je als bezoeker even de rust die Martine met haar inrichting wil creëren. Het valt als het ware over je heen waardoor je veel langer blijft hangen dan je van plan was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reactie plaatsen